Inleefdag 2 : Kennismaking Met Visueel Gehandicapten

Op hetzelfde moment dat onze Koning geopereerd werd aan zijn oogaandoening, kwamen gisteren twee visueel gehandicapten onze groep bezoeken, wat kaderde in onze inleefdagen over communicatie. Christiane en Ingrid, identieke tweelingzussen die de veertig al voorbij zijn, lijden aan een erfelijke ziekte die blindheid veroorzaakt. Op hun negen jaar werden ze allebei getroffen en moesten ze hun schooltje verlaten voor een internaat in Brussel. Vandaag zijn ze allebei gelukkig getrouwd en trotse ouders. Wanneer de mannen naar hun werk zijn en de kinderen op school, zoeken de zussen elkaar vaak op. Omdat ze door hun handicap geen job hebben, nemen Ingrid en Christiane vaak deel aan activiteiten voor blinde mensen. Ook thuis zitten zij niet stil. Ze kunnen gebruik maken van luisterboeken, brailleschrift, voorzieningen in de computer die tekst kunnen voorlezen, enz.
De tweelingzussen kunnen ook bij het huishouden hun plan trekken. Censoren die aangeven wanneer een kop vol is en brailletekens om de knopjes van apparatuur(b.v wasmachine)te onderscheiden, maken het voor hen gemakkelijker.

Personen met een visuele handicap hebben een beperkte gezichtsscherpte of een beperkt gezichtsveld. Je hebt verschillende categorieën: slechtziend, zeer slechtziend, blind en totaal blind. Totaal of absoluut blinden hebben geen lichtgevoeligheid. Sommige blinden kunnen wel licht en donker onderscheiden. Daarnaast zijn er ook blinden met een kleine gezichtsrest maar ook overwegend niet-visueel oriënterend. Ook binnen de slechtzienden kan men zeer slechtzienden (die zich visueel oriënteren maar in het algemeen op braille zijn aangewezen) en slechtzienden (die zich visueel oriënteren en visueel schrift kunnen lezen) onderscheiden.

De erfelijke ziekte van de tweelingzussen is bij deze algemene definitie duidelijk herkenbaar. Ze herkennen het verschil tussen licht en donker en hebben een kleine gezichtsrest waarmee ze schaduwen en schimmen waarnemen. Hoewel ze niet aan totale blindheid lijden, is het voor hen noodzakelijk om met een stok en de getrainde blindengeleidehond over straat te lopen. In het begin hadden zij het daar heel moeilijk mee. Je bent voor de mensen pas een blinde als je met een taststok rondloopt.

De tweelingzussen hebben ons vooral bijgeleerd dat mensen heel behulpzaam kunnen zijn. Bij het oversteken of het instappen van een bus worden ze altijd spontaan geholpen. Je moet het enkel op de juiste manier doen. Grijp de blinde persoon niet onverwacht vast maar vraag of hij je hulp nodig heeft. Visueel gehandicapten mogen ook alle openbare plaatsen met de hond betreden.

Christiane en Ingrid hebben allebei met hun blindheid leren leven. Ze kunnen zelfs lachen met ongelukjes die ze in het verleden meegemaakt hebben. Het is hen ooit overkomen dat iemand in de bus over de blindenstok was gevallen. Deze zussen kwamen niet over als hulpeloze doetjes, maar maakten indruk met hun sterke wil en karakter.